top of page
  • Writer's pictureRamon Buitenbos

Kindernevendienst




Ik weet het nog goed. Ik was zeven jaar en op een zondag zei mijn moeder: ‘Ga je mee naar de kerk lieverd.’ ‘Ja!’ riep ik kinderlijk enthousiast. Ik wilde altijd mee met mijn moeder. In die tijd vond ik mijn moeder de mooiste en aardigste vrouw van de wereld. Aangekomen bij de kerk, voor mij op dat moment een immens machtig gebouw, liep ik aan de hand van mijn moeder naar binnen. Ik zag de enorme ruimte en dacht: dit is een mooi kasteel. Hier kan ik met mijn ridderlego spelen. Vlak voordat we bij de houten banken kwamen, zei mijn moeder: ‘Lieverd, ik zie je straks, je mag mee met de kindernevendienst.’

Messias

Ik voelde nattigheid, de kindernevendienst, wat is dat? Ik liep mee met allemaal andere kinderen en kwam in een klas terecht. Ik dacht: wat krijgen we nou, ik haat school en nu zit ik ook nog op zondag op school. Voor de klas stond een man met grote bruine baard die ineens allerlei verhalen begon te vertellen over Jezus. Hij deed alsof we achterlijk waren. Deze man, denk ik nu achteraf, dacht zelf dat hij de Messias was. Ik zat dus met allerlei te christelijke kinderen te knutselen en naar stomme sprookjes te luisteren op mijn vrije zondag. Ik wist nu dat ik opgelicht was door mijn eigen moeder. Hoe klein ik ook was, ik begreep nu waarom mijn vader nooit mee ging naar de kerk. Hij geloofde wel in Jezus maar hij was natuurlijk ook bang dat hij moest gaan knutselen van mijn moeder bij de kindernevendienst.

Nat pak

Welke klootzak had bedacht dat de kindernevendienst iets goeds zou zijn. Een school op zondag. Ik miste mijn moeder, ik wilde ook in dat grote gebouw zitten naast mijn moeder met haar lange haren. Ik herinner me dat de man vertelde dat Jezus over het water had gelopen. Ik zei toen tegen hem: ‘Maar dat kan toch helemaal niet, over water lopen. Ik heb het al een paar keer geprobeerd bij de sloot bij ons achter maar ik haal elke keer een nat pak.’



De vreselijke man met geitenwollen sokken en coltrui zei: ‘En toch is het zo!’



Wat een eikel dacht ik. We worden gewoon in de maling genomen door die man. Al die kinderen geloofden wat die man zei maar ik wist dat mijn moeder mij had verkocht. Om mij weg te hebben. Ik mocht niet bij de echte dienst blijven.


Klootzakjes

Na twee uur was de kindernevendienst afgelopen. Mijn moeder kwam de klas in lopen en ik zei: ‘Heb jij een gaatje in je harses? Je hebt me gewoon twee uur laten zitten met allemaal klootzakjes van zes jaar. Waarom heb je dat gedaan?’ ‘Lieverd, er is een aparte dienst voor kinderen.’ ‘Ja, dat had je wel effe mogen zeggen van tevoren. Jij zei: ga je met mama mee naar de kerk. Dat is niet de kindernevendienst! Het woord alleen al. Vanavond zal ik nachtmerries hebben mama. Mag ik bij jou slapen?’ ‘Nou, papa slaapt al naast mij.’ ‘Dat is niet eerlijk mama. Papa is niet naar de kerk geweest en ook niet naar de kindernevendienst.’

Beroemdheid

30 jaar later, na gezworen te hebben aan mezelf nooit meer een stap te zetten in de kerk, ben ik toch een keer naar de kerstmis geweest met mijn moeder. Ik had mezelf voorbereid op een prachtige dienst met een predikant die gepassioneerd het verhaal van Jezus zou vertellen. In mijn ogen, ondanks het niet kunnen lopen over water, een enorme held en beroemdheid.

Bier

De mis begon met een slap welkom en daarna werden allerlei vreselijke liederen gezongen. Op het moment dat we een Josti moesten halen zei mijn moeder zacht: ‘Kom opstaan.’ Ik keek naar de rij van mensen die een Josti gingen halen. Wat erg opviel is dat deze mensen stuk voor stuk zwaar depressief waren. Het leek alsof ze in de rij stonden voor het laatste oordeel van god. Waarom zijn deze mensen allemaal treurig? Ik was ook wel wat depressief geworden na al die liederen maar goed ik had mezelf al getroost met de gedachte dat ik straks naar mijn vader zou gaan om bier te drinken en te eten. Hij maakte altijd eten voor de kerstmisgangers en had naar eigen zeggen geen tijd om dus mee te gaan naar de kerk. Mijn moeder stond op en ging in de rij staan. Als enige bleef ik achter in de houten banken.

Jubelend van vreugde

Ik werd aangekeken door de Josti-eters alsof ik gevloekt had in de kerk. Ik begreep eindelijk wat voor het zingen de kerk uit betekende. Het had helemaal niks te maken met terugtrekken en dat soort zaken. Maar als mensen zeggen dat ze voor het zingen de kerk uitgaan betekent dat simpelweg dat ze niet zwaar ontmoedigd willen worden in dit bestaan en waarschijnlijk helemaal niet naar de kerstmis willen gaan. Ze willen vrolijkheid en niet de belachelijke tekst van: komt allen tezamen, jubelend van vreugde. Ze zouden de tekst moeten aanpassen naar: komt allen tezamen, naar beneden kijkend en depressief. Mijn moeder en ik kwamen eindelijk thuis en mijn vader zei al half beschonken:



‘En was het een mooie dienst?’ Hij keek schuin naar mij.



‘Heel grappig pa. Zijn die loempia’s al klaar? En staat het bier in de schuur?’


6 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page