De Uil van Minerva

‘Zo jongens, jullie hebben studiedag! Waar willen jullie heen?’ ‘Avifauna!!’ riepen mijn zoontjes van vijf en zes jaar in koor. Mijn vrouw keek mij depressief aan met een kater van hier naar Griekenland en zei: ‘Oh god, moet dat?’ ‘Jaa,’ riep ik enthousiast. Iedereen was ingeladen en na een half uur stonden we voor de ingang van de Avifauna.

Mijn zoontje van zes pakte de plattegrond en riep: ‘We gaan naar de oosterse tuin!’

‘Waar is dat dan?’ zei ik.

‘Volg mij maar,’ zei hij. Gelukkig weet mijn zoon hoe een plattegrond van een vogeltuin werkt.

Mijn vrouw en ik snappen zo’n plattegrond niet. Ik snap het niet omdat ik daar te dom voor ben en mijn vrouw omdat ze weer een kater had en zich dan slecht kan concentreren. Ik moet zeggen dat ik op deze dag ook last had van een kater.

Freek

We openden het hek van de oosterse tuin en liepen het pad op. We liepen langs de maki’s die schijnbaar uit Madagaskar waren gekomen en bleven er een paar minuten bij staan. ‘Is niks aan die maki’s,’ schreeuwde mijn jongste zoon. ‘Nee is ook zo. Straks komen we misschien wel langs de uilen en roofvogels,’ zei mijn vrouw. ‘Ja! Misschien ook bosuilen, kerkuilen, dwerguilen, steenuilen, dwergooruilen en Europese Oehoes,’ riep mijn oudste. Voor de mensen die niet thuis zijn in de uilenwereld. De Europese oehoe is de grootste uil ter wereld. Dit weet ik niet door mezelf maar door mijn zoon die net zoveel van dieren weet als Freek. Naar eigen zeggen zijn beste vriend.

Hondsdolle vleugels

Nog geen tien meter verder op het pad riep mijn oudste: ‘Kijk mama een roze lepelaar.’ Een roze lepelaar klom op de kant en waggelde naar ons toe. Ik schermde mijn jongens al af en zei: ‘Kijk maar uit, die heeft een nog grotere snavel dan Pino.’

‘Papa, Pino is stom en dit is de stomste dag ooit, ik haat roze lepelaars en maki’s!’ schreeuwde mijn jongste zoon.

Op dat moment begonnen zeker 30 roze lepelaars op de kant te klimmen.

‘Verspreiden!’ riep mijn vrouw.

‘Nee jongens. Rennen! Ze hebben je gehoord!’ Ik maakte er maar een geintje van maar de lepelaars kwamen ons echt achterna. Ik was angstig. Ik heb het ook niet op die lui dacht ik. Straks prikt zo’n klootzak even met die snavel in het gezicht van één van mijn jongens of slaat ie met hondsdolle vleugels erop los. Ik bedoel wat weten we nu echt over de roze lepelaar. Van dolfijnen kan je nog zeggen dat het vredelievende dieren zijn, alhoewel de dolfijnenwereld ook steeds ruiger wordt. We kwamen hijgend bij de uitgang van de oosterse tuin.

Pak je pistool

‘Papa, pak je pistool! Je kan ze van hier wel raken,’ riep mijn jongste zoon. ‘Lieverd, ik heb mijn blaffer niet bij me.’ ‘Ja, papa haal de hond,’ zei de oudste. ‘Is wel een beetje ver rijden naar huis, lieverd.’ ‘Waarom is de hond thuis? Het is toch een dierentuin!’ ‘Ja maar alleen voor dieren met vleugels!’ ‘Nee hoor ik heb maki’s gezien aan het begin van de oosterse tuin! Die hebben geen vleugels.’ Shit dacht ik, begint ie over die klote apen uit Madagaskar. Een land wat alleen bestaat in tekenfilms. ‘Uh lieverd, het is ook voor maki’s. Die zijn een beetje achterlijk. Ze denken dat ze vleugels hebben en dan schijn je ook welkom te zijn in dit park. Ze vallen elke keer uit de boom maar dat vergeten ze dan.’

Thierry Baudet

We liepen verder in het vogelpark en ik was blij dat bij elke vogelkooi weer een andere strontgeur ons tegemoet kwam. Een soort eigen georganiseerde rondleiding voor verschillende strontgeuren. De ene vogel was nog saaier dan de ander. Ze zijn ook vaak lui en zitten in kooitjes helemaal niets uit te voeren. We liepen verder in het labyrint en daar waren we dan eindelijk bij de uilen. ‘Kijk eens jongens, de uil van Minerva!’ zei ik. De uil van Minerva? Dat zei Thierry Baudet toch laatst,’ zei mijn vrouw. ‘Ja daar zit ie, zie je hem niet dan?’ ‘Haha grappig lul. Je komt op internet trouwens wel vaak uitspraken van hem tegen.’ ‘Ja hij is hot nieuws, hij heeft ook flinke winst geboekt. ’

‘Ik snap trouwens niet waar al die mensen zich druk over maken met die verkiezingen.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Nou uiteindelijk beslist Willem Alexander toch wat we doen in het land.’

‘Willem Alexander?’

‘Ja, onze koning!’

‘Dus jij denkt dat Willem ons land regeert?’

‘Ja, hij is toch de koning.’

‘Neem nog een wijntje schat, knap je van op.’

‘Nou ja, weet ik veel. Thierry heeft in ieder geval wel altijd een mooi pak aan. Die andere lui zien er niet uit.’

‘Papa! Ik zie de steenuil. Papa, ze noemen de steenuil toch ook wel de uil van Minerva en dat is toch een kleine steenuil uit de Griekse Mythologie?’

‘Ja natuurlijk lieverd maar dat weet toch iedereen.’